Dit is een terugkerende legende binnen de familie. Uit navraag binnen de familie blijkt dit verhaal voort te komen uit de familie Rijk, zijnde de voorouders van Martina Catharina Rijk (geb. 1913) vrouw van Godefridus Johannes de Bruijn.
In hun boek, De Zuid-Bevelandse Familie Rijk: 1565-1995, schrijven Rijk en Rijk op pagina 54 (1998):
Bataafse en Franse tijd 1795-1815:
Voor de generaties die in deze tijd leefden, was het een woelige tijd. Deze begon rond 1780 met de groeiende tegenstellingen tussen Patriotten en Prinsgezinden. Ondanks de groeiende spanningen bleef Zeeland een trouw bolwerk van de Oranjes. Bij de woelingen van 1787 hadden de Prinsgezinden dan ook de overhand. Kort daarna en wel in 1793 raakte de Republiek der Verenigde Nederlanden in oorlog met Frankrijk, waar intussen de Franse revolutie had plaats gevonden en Napoleon aan de macht gekomen was. Deze oorlog werd zichtbaar vooral op het water van de Schelde gevoerd en aanvankelijk niet zonder success. Het ging daarbij vooral om de haven van Antwerpen. Al vele jaren waren de activiteiten van deze haven door het Noorden geblokkeerd. De Fransen behaalden hun successen vooral op het land. Na Zeeuws Vlaanderen (1794) viel ook Zuid-Beveland en Walcheren in hun handen. Zeeland capituleerde 3 februari 1795. Het betekende niet alleen dat de effecten van de Franse Revolutie op verschillende terreinen merkbaar werden, maar door het opgelegde Continentale stelsel en de scheepsblokkade van de Engelsen viel de hele handel stil. Het wegvallen van de handel op Oost- en West Indië was catastrofaal. Alles wat met handel en scheepvaart te maken had, zoals rederijen, scheepstimmerwerven, touwslagerijen viel stil. Maar ook de chocoladefabrieken, suikerraffinaderijen, zoutketen, leerlooierijen en meestoven werden door een algemene malaise getroffen. Deze deed zich ook gevoelen op het platteland. In 1803 bracht Napoleon zijn eerste bezoek aan Zeeland en inspecteerde de verdedigingswerken van Vlissingen. Deze moesten van hem op een veel beter peil gebracht worden. Ook moesten er schepen gebouwd worden, want hij wenste een oversteek te wagen naar Engeland om ook dat land aan zich te onderwerpen. Ondertussen werd op de Schelde een sterk eskader van Franse schepen samengebracht. In 1809 voerden de Engelse echter een expeditie uit naar Walcheren, dat heel snel, op Vlissingen na, geheel werd veroverd. De stad viel later en wel op 14 augustus van dat jaar. Toch konden de Engelsen deze verovering niet vasthouden en moesten ze Walcheren weer opgeven. Een van de oorzaken lag in de beruchte Zeeuwse koortsen. Deze werden veroorzaakt door een malaria-infectie, die later bij het droogleggen van de talrijke stilstaande moerassen geheel is uitgegroeid. Zeeland werd ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. In mei 1810 kwam Napoleon opnieuw naar Zeeland om leiding te geven aan de oorlog tegen Engeland Hij bivakkeerde op de hoeve van Willem Hoondert in de Zuid-Kraayert en werd daar verliefd op de dochter van de boer, die echter van avances jegens zijn dochter nies moest hebben. Een andere dochter was Cornelia Hoondert, gehuwd met Albrecht Janse Rijk.
De houding van de Zeeuwen tegenover de Fransen was, naar de rapporten van Prefect Pycke en onder prefect De Villeneuve-Bargemont leerden er een van gehoorzaamheid aan de gestelde machten, alhoewel zij van geen toenadering blijk gaven. Zij hadden bovendien de lasten te dragen van de inkwartiering van soldaten en de levering van vee en landbouwproducten. De vijandelijkheden eindigden pas nadat op 2 april 1814 Napoleon afstand van de troon gedaan had. De toestand die hij achterliet was erbarmelijk. De gouverneur van Zeeland schetste in 1814 bij zijn eerste toespraak de toestand aldus: “den diep vervallen staat van al de middelen van ons bestaan: de voorbeeldeloze verwaarlozing van zoo vele publieke administraties, het achterlijke van de geldmiddelen van steden, dorpen, armbesturen, gestichten; den hopeloze toestand van vele polders; de verlamming van havens en zeegaten; het bederf der zeden, de minachting der godsdienst, de toenemende losbandigheid, de onbezorgdheid over de opvoeding van de jeugd; de algemene verarming en vermagering der ingezetenen”. Door deze toestand was het aantal ingezetenen van Zeeland intussen drastisch afgenomen. Toch is de bezetting van de Fransen niet op alle terreinen negatief geweest. Op het terrein van de economie, van de rechtspraak en van het dijkwezen hebben de Fransen wezenlijke veranderingen tot stand gebracht. Ook de invoering van het kadaster en van de burgerlijke stand kan men onder de verbeteringen tellen. Om de armoede te bestrijden hebben ze ook de verbouw van suikerbieten krachtig bevorderd.
Aalbrecht Janse Rijk was een zoon van Jan Aalbrechtse Rijk en Clasina Jacobusse Menheere. Hij is geboren te Ovezande en gedoopt in de Rooms Katholieke kerk op 6 December 1761. Overleden is hij op 20 november 1813 om twee uur in de namiddag te Ovezande. Hij was landbouwer op Hoeve ‘De Weel’. In 1803 schepen en in 1808 schout van ’s-Heerenboek; van 1809 tot 1813 burgemeester (maire) van ’s-Heerenhoek. Op 21 mei 1782 huwde hij met Elisabeth de Vroe.
Neeltje Hoondert had nog een zus Catharina, geb/ged. 15.03.1793 te ’s-Heer Arendskerke. Het was dit meisje, waarop Napoleon in mei 1810 bij zijn bezoek aan Zuid-Beveland verliefd raakte. Toen het déjeuner, dat in Goes was klaargemaakt, niet op tijd gebracht werd op de boerderij van Klaas Hoondert in de Zuid Krayert, waar hij verbleef en hij op het punt stond in woede uit te barsten, beval hij dat er dadelijk eieren gekookt, boterhammen gesneden en koffie gezet moest worden. Toen de 17-jarige dochter met haar lief gezicht en vorstelijk Zeeuws kostuum het eten binnen bracht, werd hij direct verliefd. Hij vroeg haar of ze getrouwd was? Toen het antwoord ontkennend luidde, volgde de vraag, of zij al een vrijer had? Het meisje lachte schuchter, zoals gewoonlijk bij dergelijke vragen het geval is. Toen de keizer aanhield, bekende zij, dat haar hart niet meer vrij was. “Dat had ik wel gedacht” zei Napoleon en streek het boerinnetje over de wang. “Gij zijt veel te knap om niet gevrijd te worden. Maar laat die vrijer lopen en ga met mij mede naar Parijs; ik zal goed voor U zorgen”. Haar ouders konden er echter absoluut niet mee instemmen. Uiteindelijk beloofde hij haar een jaarlijkse uitkering, omdat haar vrijer nog geen middelen van bestaan had. Hij schijnt haar inderdaad eens f.300,- gestuurd te hebben.(Rijk & Rijk, 1998, P. 58)
Rijk, J. T., & Rijk, L. (1998). De Zuid-Bevelandse Familie Rijk: 1565-1995. s.n.
Ondanks uitvoerig onderzoek is er naast deze opgetekende getuigenissen helaas geen concluderend bewijs gevonden van deze affaire. Echter, het is alom bekend dat Napoleon Bonaparte, welke ook bekend stond als Napoleon I, er een veelvoud aan minnaressen op nahield tijdens zijn veroveringen in Europa.
Napoleon zelf verklaarde dat hij ‘slechts’ 7 minnaressen had, echter historici hebben vastgesteld dat er minimaal 21 minnaressen waren waarmee Napoleon langere tijd contact onderhield. Er zijn diverse verklaringen en verhalen waaruit blijkt dat Napoleon daarnaast geregeld kortstondige bezoeken van vrouwen ontving.